Je kinderen én kleinkinderen zo goedkoop mogelijk laten erven

Vaak zijn je kinderen vijftigers wanneer ze erven. Op dat moment hebben ze mogelijks hun professioneel parcours al uitgestippeld, een woning terugbetaald aan de bank, jaren kunnen sparen, kortom: heel vaak erven mensen op een moment dat ze het kapitaal wat minder nodig hebben. In tegenstelling tot hun eigen kinderen die misschien net op een leeftijd beland zijn waar ze het extra financieel steuntje goed kunnen gebruiken.
Je nalatenschap plannen
Sommige ouders kiezen er doelbewust voor om hun erfenis te verwerpen in het voordeel van hun eigen kinderen. Wanneer een ouder zijn erfenis verwerpt, treedt er immers een ‘plaatsvervulling’ op: alle kleinkinderen nemen samen de plaats in van hun ouder.
Het verwerpen van een nalatenschap in het voordeel van je eigen kinderen noemt men de ‘erfenissprong’ of de ‘generatiesprong’. De erfenis maakt als het ware een sprong en slaat een generatie over. De kleinkinderen erven dan rechtstreeks van hun grootouder.
Het initiatief daarvoor ligt altijd bij de ouders. Pas als zij de nalatenschap verwerpen, is een sprong mogelijk. Als grootouder kun je dit dus niet zelf beslissen, enkel de mogelijkheid aanreiken. Bovendien ben je nooit helemaal zeker dat de zaken na je overlijden verlopen zoals tevoren werd besproken.
Gelukkig bestaan er nog tal van andere technieken om je nalatenschap fiscaal-vriendelijk onder je nakomelingen te verdelen.
Niet alle (klein)kinderen zijn hetzelfde
Met (klein)kinderen bedoelen we eigenlijk afstammelingen. Sommigen daarvan hebben recht op een minimum erfdeel dat ze, indien nodig, kunnen opeisen; de zogenaamde ‘erfrechtelijke reserve’. Meer daarover lees je hier.
Stiefkinderen erven niet automatisch van hun stiefouders. Stiefouders kunnen hun stiefkinderen wel opnemen in hun testament. Omdat wettige kinderen automatisch recht hebben op een bepaald deel van de erfenis (de wettelijke reserve), zou het in bepaalde gevallen wel kunnen dat de stiefkinderen minder krijgen dan de wettige kinderen.
Het makkelijke aan de fiscale regels is dat je kinderen en (achter)kleinkinderen aan dezelfde tarieven van jouw zullen erven. Verkrijgingen tussen stiefouders en stiefkinderen worden daarenboven gelijkgesteld met de andere verkrijgingen in rechte lijn. Daarbij wordt er telkens naar ieders individuele verkrijging gekeken, en worden - enkel in Vlaanderen - de tarieven afzonderlijk toegepast op de roerende en onroerende goederen die ieder van hen ontvangt.
Geërfde waarde in euro | Toepasbaar percentage erfbelasting |
---|---|
Vanaf €0,01 t.e.m. € 50.000 | 3% |
Vanaf € 50.000,01 t.e.m. € 250.000 | 9% |
Vanaf € 250.000,01 | 27% |
Maar kijk uit. Hoewel het Belgische recht de neiging heeft zich aan te passen aan nieuwe gezinssituaties, is dit niet altijd zo. De stiefkleinkinderen die een deel van de erfenis krijgen van hun stiefgrootouders zijn namelijk onderworpen aan de tarieven van erfbelasting die gelden tussen derden (waardoor ze netto minder zullen overhouden van hun erfdeel dan de biologische kleinkinderen).
Vermindering voor bescheiden verkrijgingen
Erfbelasting kan hoog oplopen. Daarom voerde de overheid een vermindering in voor ‘bescheiden verkrijgingen’. Als je een eerder kleine erfenis ontvangt – vandaar de naam ‘bescheiden verkrijging’ – krijg je automatisch een soort korting (vermindering) op de erfbelasting. Zo wil de overheid garanderen dat er van je kleine erfenis nog voldoende overblijft en je niet alles weer verliest aan de belastingen. Over welk kortingsbedrag het precies gaat, hangt af van het type erfgenaam en de waarde van het geërfde deel.
Bescheiden verkrijging in rechte lijn en tussen partners
Geërfde waarde in euro - Formule vermindering erfbelasting
- vanaf € 0,01 tot en met € 50.000 = € 500 – (geërfde waarde / 100)
- vanaf € 50.000,01 = Geen vermindering
Bijvoorbeeld:
Jo laat haar kleindochter Sacha € 12.500 na. Als erfgenaam in rechte lijn zou Sacha 3% of € 375 erfbelasting moeten betalen. Maar volgens de formule van de vermindering op bescheiden verkrijgingen hoeft dat niet: € 500 – (€ 12.500 / 100) = € 375. De erfbelasting die ze zou moeten betalen is namelijk hetzelfde bedrag dat in mindering zou worden gebracht: € 375. Sacha zal dus geen erfbelasting moeten betalen op deze bescheiden verkrijging.
Een grootouder kan zijn of haar kleinkind dus bij testament een som geld van € 12.500 nalaten, die het kleinkind belastingvrij zal ontvangen. Het erfdeel van het kind (de ouder van het betreffende kleinkind) zal overigens verminderen met € 12.500, wat bijkomend tot gevolg heeft dat het kind minder erfbelasting verschuldigd zal zijn. Het legaat aan het kleinkind zal immers niet meegenomen worden in de berekening van de erfbelasting die het kind verschuldigd is.
Een andere mogelijkheid is dat de grootouder reeds bij leven een deel van zijn of haar vermogen aan de volgende generatie overdraagt. Dan biedt de techniek van de bankgift een opportuniteit om (roerend) vermogen door te schenken aan een kleinkind, zonder dat schenk- of erfbelasting verschuldigd zal zijn.
Schenkt de grootouder op onrechtstreekse wijze, namelijk via bankoverschrijving, een bedrag van € 12.500 aan een kleinkind en wordt de onderhandse schenkingsakte (de zogenaamde ‘pacte adjoint’) niet ter registratie aangeboden, dan zal geen schenkbelasting verschuldigd zijn.
Komt de grootouder vervolgens te overlijden binnen de ‘verdachte’ periode van vijf jaar na de schenking, dan zal de schenking in aanmerking genomen worden bij de berekening van de erfbelasting. Het netto-erfdeel van het kleinkind zal echter beperkt blijven tot € 12.500, aangezien de nalatenschap van de grootouder verdeeld zal worden onder de kinderen. Bijgevolg geniet het kleinkind de vermindering voor ‘bescheiden verkrijgingen’ en zal het uiteindelijk € 0 erfbelasting moeten betalen.
De testamentaire praktijk
Het "ik-opa/oma" testament
Grootouders kunnen via een testament bepalen dat hun kind het volledige vermogen krijgt en dat pas bij diens overlijden een deel of geheel aan de kleinkinderen wordt uitbetaald. Zo behoudt het kind levenslang de controle over de erfenis, inclusief het recht om die op te gebruiken. Maar fiscaal wordt de erfenis meteen over meerdere generaties gespreid, wat de erfbelasting flink drukt (de kleinkinderen erven op deze manier immers rechtstreeks van hun grootouder).
In een ‘ik-opa/oma’ testament stelt de grootouder zijn kinderen aan als algemeen legataris, waardoor zijn kinderen in principe de volle eigendom (of de blote eigendom indien er een langstlevende echtgenoot is) van zijn nalatenschap in handen krijgen. De kinderen krijgen de nalatenschap echter enkel onder de last een bepaald bedrag op hun beurt bij hun overlijden aan hun eigen kinderen (kleinkinderen) uit te keren. Op die manier erven de kleinkinderen rechtstreeks van hun grootouder een schuldvordering op hun ouders, die pas geïnd kan worden op het moment dat de ouders komen te overlijden.
Dankzij het ‘ik-grootouder' testament wordt een generatie overgeslagen waardoor dubbele successierechten worden vermeden. In normale omstandigheden zou de nalatenschap eerst bij de ouders terechtkomen (die erfbelasting verschuldigd zijn) en vervolgens pas bij de kleinkinderen zelf (waarop alweer erfbelasting worden geheven). Als gevolg van de uitwerking van het ‘ik-opa’ testament betalen de kinderen van de erflater enkel erfbelasting op het bedrag van de nalatenschap verminderd met de waarde van de schuldvordering die wordt geërfd door de kleinkinderen. De kleinkinderen betalen op hun beurt alleen successierechten op de waarde van deze schuldvordering.
Voorbeeld
: Edouard heeft 1 zoon en 2 kleinkinderen. Hij heeft een roerend vermogen van €500.000. Indien hij geen testament maakt betaalt zijn zoon na zijn overlijden in Vlaanderen € 87.000 aan erfbelasting. Hij houdt dus € 413.000 netto over. Wanneer zijn zoon vervolgens overlijdt is er tweede maal erfbelasting verschuldigd door zijn beide kleinkinderen, die dan elk €206.500 erven. Op dit erfdeel zullen ze beiden € 15.858 successierechten betalen. De totale fiscale last in dit voorbeeld bedraagt dus € 87.000 + (2 x € 15.858) = € 118.716.
Edouard maakt nu een ik-opa testament waarbij zijn zoon een schuld erkent ten aanzien van de kleinkinderen van € 400.000. Bij het overlijden van Edouard zal zijn zoon successierechten moeten betalen op € 500.000 roerend vermogen verminderd met een schuld ten aanzien van zijn kinderen van €400.000. Het belastbaar erfdeel van de zoon bedraagt dan € 100.000 waarop hij in Vlaanderen € 6.000 aan erfbelasting zal moeten betalen. Ook de kleinkinderen betalen erfbelasting op de schuldvordering van € 400.000 die zij hebben ten aanzien van hun vader. Zij zullen elk € 15.000 successierechten moeten betalen en zij erven elk een schuldvordering € 200.000 op hun vader, die aan hen wordt uitbetaald op het moment dat hun vader sterft. In totaal is bij het overlijden van Edouard €36.000 aan erfbelasting verschuldigd. Wanneer later de zoon sterft, zullen de kleinkinderen geen successierechten meer hoeven te betalen en krijgen zij hun schuldvordering € 200.000 elk uitbetaald. In totaal bedraagt de erfbelasting na beide overgangen met een ik-opa testament €36.000. Een besparing van maar liefst € 82.170.
Om ervoor te zorgen dat zijn kleinkinderen € 15.000 aan erfbelasting kunnen betalen, zou Edouard er ook voor kunnen kiezen om rechtstreeks een bijkomend geldbedrag aan hen na te laten, bovenop op de schuldvordering die ze al erven op hun vader. In dat geval zal de erfbelasting natuurlijk iets hoger zijn aangezien ze meer erven, maar beschikken ze wel over de liquide middelen om de erfbelasting te kunnen voldoen.
Het 'hinkstap' testament
Het hinkstap-testament doet letterlijk wat zijn naam doet vermoeden, met name het laat het vermogen over verschillende stations springen zodanig dat de belastingdruk voor de erfgenamen gevoelig wordt getemperd. De progressieve tarieven worden in rechte lijn immers toegepast op het erfdeel van elk van de erfgenamen afzonderlijk. Hoe meer erfgenamen er worden aangesteld, hoe kleiner de kans dat men de hoogste schijven van de erfbelasting bereikt.
Door het vermogen te verdelen over een zo groot mogelijk aantal erfgenamen blijft ieders aandeel beperkt zodat elke erfgenaam minder erfbelasting verschuldigd is. De berekening van de erfbelasting herbegint immers elke keer bij de laagste schijf. Vandaar dat het perfect mogelijk is om jouw vermogen bij testament te gaan spreiden over bijvoorbeeld de kinderen en de kleinkinderen en zo eigenlijk aan generation skipping te doen met je nalatenschap.
Deze techniek van de generation skipping heeft bovendien een tweede voordeel. Niet alleen wordt de nalatenschap meer gespreid hetgeen tot lagere successierechten leidt, maar er wordt ook onrechtstreeks op erfbelasting bespaard. Aangezien het vermogen onmiddellijk door de kleinkinderen wordt geërfd moet slechts één keer successierechten worden betaald. Wanneer de nalatenschap eerst naar hun ouders zou gaan zouden eerst zij gehouden zijn tot het betalen van successierechten, waarna hun kinderen opnieuw erfbelasting moeten betalen wanneer zij van hun ouders het resterende bedrag van de nalatenschap van de grootouder erven.
Bijvoorbeeld:
Marianne heeft twee kinderen, die elk op hun beurt vier kinderen hebben. Marianne beschikt over een roerend vermogen van € 800.000. Als ze geen testament opstelt zullen de twee kinderen elk € 400.000 erven. Elk kind zal hierop € 60.000 erfbelasting verschuldigd zijn. Wanneer Marianne in haar testament de generatie van haar kinderen overslaat en haar vermogen aan haar acht kleinkinderen legateert zal elk kleinkind € 100.000 erven waarop dan per kleinkind € 6.000 erfbelasting verschuldigd zal zijn (in totaal € 48.000). Op die manier wordt er € 66.000 aan erfbelasting uitgespaard (€ 120.000 bij een erfenis aan de twee kinderen tegenover € 54.000 bij een erfenis aan de 8 kleinkinderen). Ze zou er natuurlijk ook voor kunnen kiezen om zowel haar kinderen als kleinkinderen allemaal even veel na te laten (elk € 80.000). In dat geval zou er in totaal slechts € 42.000 erfbelasting verschuldigd zijn in eerste instantie (maar zullen de kleinkinderen vervolgens elk nog een deeltje erven van hun ouder, waarop ze opnieuw erfbelasting verschuldigd zullen zijn).
Ook moet ermee rekening worden gehouden dat de grootouder die generation skipping voorziet in zijn of haar testament de wettelijke reserve van zijn kinderen mogelijk aantast. Wanneer je via testament meer toekent aan je kleinkinderen dan het beschikbaar deel, dan kunnen je kinderen hun wettelijke reserve opeisen. Het is dan ook van cruciaal belang om met de kinderen samen te zitten en te polsen naar hun mening over een mogelijke ‘generation skipping’ alvorens je effectief overgaat tot het opstellen van een testament.
Alternatief: de doorgeefschenking
Een ‘erfenissprong’ of de ‘generatiesprong’ is sinds 2018 geen ‘alles-of-niets’ verhaal meer. Het feit dat een ouder vroeger de hele nalatenschap moest verwerpen om het aan zijn eigen kind(eren) te laten toekomen, kon een te grote drempel zijn. Handig voor wie de hele erfenis wil laten doorstromen naar de volgende generatie, maar wat als je maar een deel wil doorschuiven? Als remedie werd de doorgeefschenking bedacht: soepel, flexibel en op het eerste gezicht fiscaal vriendelijk.
Als ouder kan je tegenwoordig ervoor kiezen om een nalatenschap te aanvaarden, om dan vervolgens, binnen het jaar, een deel van je erfenis belastingvrij door te schenken aan je kinderen. De verschuldigde erfbelasting is dan voor rekening van jezelf, maar een deel van de erfenis kan op deze manier toch naar je eigen kinderen gaan, zonder dat zij daar belasting op moeten betalen.
Bijvoorbeeld:
Roger is 65 jaar en erft € 50.000 van zijn vader. Zijn 30-jarige dochter Marieke staat net op het punt om haar eigen bedrijf op te starten. Roger wil zijn dochter wat financieel helpen. Maar de hele nalatenschap verwerpen lijkt hem een iets te drastische beslissing. Hij wil een buffer behouden voor zijn oude dag. Roger kiest er dus voor om de erfenis te behouden, zelf de erfbelasting te betalen en de € 50.000 op zijn spaarboekje te plaatsen. Vervolgens kan Roger een deel van de erfenis schenken aan Marieke, zonder dat Marieke daar schenkbelasting op moet betalen. Roger behoudt dus zijn buffer, Marieke kan met een gerust hart investeren in haar bedrijf en de goederen worden geen tweemaal belast.
Hoewel dit op het eerste zicht interessant lijkt, is er een beter alternatief: het "ik-opa/oma" testament. Het belangrijkste verschil met de doorgeefschenking is dat je het testament voor je overlijden moet opstellen. Daar wringt vaak het schoentje. De doorgeefschenking laat uitstel toe, maar tegen een hogere prijs.
Bijvoorbeeld:
Mark bezit bij zijn overlijden een totaal onroerend vermogen van € 1.000.000. Hij laat een kind en drie kleinkinderen na. Bij een doorgeefschenking erft zijn kind alles en betaalt het daar meteen € 222.500 erfbelasting op. Vervolgens schenkt het kind een deel - belastingvrij - door aan zijn eigen kinderen. Wanneer Mark een testament opstelt waarin zijn vermogen meteen verdeeld wordt tussen zijn kind (bijvoorbeeld € 250.000) en de drie kleinkinderen (elk € 250.000), dan bedraagt de erfbelasting € 19.500 per erfgenaam, of in totaal € 78.000. Een verschil van bijna € 145.000.
Conclusie
De beste manier om je kinderen en kleinkinderen zoveel mogelijk na te laten is afhankelijk van jouw concrete situatie. Maar door slim om te gaan met je planning is het zeker mogelijk om (tien)duizenden euro's aan erfbelasting uit te sparen.
Simuleer met Testamentum welke optie het best is voor jou.
Aan de slagGelijkaardige artikelen
Maak je erfenisverdeling gemakkelijk en zorg voor gemoedsrust voor je naasten
Als jij je wensen nu al op papier zet, bespaart dat je nabestaanden heel wat uitzoekwerk en kopzorgen. Jij bent er zeker van dat je wensen worden uitgevoerd en dat hun rouwproces rustig en conflictloos verloopt.